Zwervend hart

17 november 2020

Ik voelde me altijd al een beetje anders. De eerste zin van mijn boek over de hardloopreis van geluk. Ik leer van schrijvende vrienden dat het een proces is. Een onbekende reis, aan verandering onderhevig. Ik lees de zin nog eens. En nog eens. Voor nu klopt ie.

Eerder zei ik het vol overtuiging tegen mezelf én de kosmos: ik ga het boek schrijven. Het gaat er komen. Marijn brengt kort daarna NaNoWriMo op mijn schrijfroute: een maand lang schrijven we met een enthousiaste groep aan ons manuscript. 1 november beginnen we. Het doel is 50.000 woorden.

Al snel merk ik dat dit niet het belangrijkste doel is. Het doel is vooral om van het schrijven te genieten. Samen met Marijn, Iris, Susanne en een aantal andere creatievelingen deel ik tips, frustraties, voortgang. En vooral de liefde voor het schrijven. Schoenen uit en woorden maken. Zo kan de moed er ook niet in zakken. En als de moed er toch even tussenuit glipt, vangen we elkaar op. Ik voel me dankbaar.

Meelezers. Ik hoorde er van het eerst van door Iris. Om niet te verdwalen in mijn verhalen. Zo iemand leest mee met het verhaal en geeft feedback. Geen lichte taak, en toch zijn er al zoveel vrienden die het willen doen. En je bent welkom om je aan te sluiten. Je leest dan mee vanaf de eerste versie, die klaarligt rond eind november. Het lukte me nog niet om alle mensen persoonlijk te bereiken. En dat wil ik wel. Ik doe mijn best.

Ik beloofde nog een deadline van het boek. Die belofte los ik vandaag in. De datum ligt verankerd in de helden. Helden die durfden te zijn. Of durven te zijn. Mijn grootste zijn Jacques Brel, Jan Knippenberg. En Jos. Weinigen kennen laatstgenoemde, maar dat is mijn grootste. Zijn verjaardag ligt te ver in de toekomst. Het boek mag er eerder zijn. Mijn oog valt op 8 april 2021: de geboortedatum van Brel. Ik krabbelde hem als eerste in mijn boekje, en zijn documentaire heet ‘Gek van het leven’. Een vriendin zei dat ooit over mij. Eén van de grootste complimenten die je me kan geven. Mooi hoe alles bij elkaar komt.

Tussen het schrijven door bel ik vrienden. Ook omdat ik soms zo diep in mijn reis duik, wil ik weer even landen op aarde. Als astronaut op planetoïde B612 schieten woorden en zinnen dan als apenbroodbomen uit de grond. De chaos verdwijnt als ik het er met alles dat ik heb uitgooi. En besef dat ik niet de enige met verhalen ben. Eén vriend vertelt over een thuisbioscoop en klompenpaden. Een andere vriend vertelt over zijn nieuwe baan, dankbaarheid en het leven in het nu. En dat zijn dochters hun weg wel vinden. Dankbaar luister ik dan, zo goed als ik kan.

Hoofd uitlaten krijgt inmiddels een nieuwe dimensie. Ik ga weer bezig met een website voor vriendin, Esther. Ze maakt prachtige muziek, en brengt binnenkort haar nieuwe album uit. En dat mag de wereld weten. Fijn om hier onderdeel van te zijn. Wel nog even geduld. Ook hebben ik met Roger gesprekken over het ideëel webbureau: hoe zien we het voor ons, wat is de volgende stap. Prachtige ontwikkelingen. Samen met het boek zorgt dat er wel voor dat mijn hoofd vaak vol is. Een speelse novemberagenda, yoga en meditatie helpen me om het te laten stromen. En te zijn. En ik stap vaak naar buiten.

Dat brengt me bij 2 mooie wandelingen. De eerste is met Danielle, een nicht van me. Ze woont in de buurt. We wandelen door de bossen van Elswout, vlakbij Haarlem. We komen al snel uit bij de energie, de aantrekkingskracht. Dat gebeurtenissen met elkaar verbonden zijn. Ik vertel haar over een mantra van Leann Rimes dat ik de dag ervoor tegenkwam: It’s love that guides me. Zij trouwde jaren geleden met Bart op één van haar liedjes. Ze trouwden op de plek waar we nu lopen. We zijn er even stil van. Zij vertelt over haar persoonlijke ervaringen met het universum. Ik luister ademloos, het wemelt van de signalen en verbindingen. We beamen allebei dat toeval niet bestaat. Fijn om elkaar weer te spreken, en te beseffen dat er nog zoveel verhalen zijn.

De tweede wandeling start in Amsterdam. Marijn gaat zijn eerste stappen zetten richting Santiago de Compostella. Op zijn verjaardag. Hij vraagt mensen om dit mee te beleven. Dat doe ik graag. We praten over het waarom van zijn tocht. Het woord ‘spelen’ valt snel, ik ben benieuwd. We praten honderduit over het schrijven van het boek en de avonturen die we beleefden. En beleven. Een vriendin die ook meeloopt, geniet veelal in stilte. Dat maakt mij ook rustiger op momenten. Erg fijn. Bij de kerk wachten een eerste stempel en Tomas. Hij legt het moment op foto vast. We staan er even bij stil.Thuis in Haarlem houdt Peppie me bewust van mijn doen en laten. Als oude wijze pluizenbol miauwt ze soms hard. Of loopt ze heen en weer. “Dankjewel Peppie, ik ben weer te hard aan het rennen.”. Steeds meer ervaar ik dat het gevoel van het NU, en merk ik ook dat ik me er steeds vaker in bevindt. Dit gevoel ervaar ik al eerder in ultieme vorm tijdens mijn reizen naar Palermo en Malmö. En toch ben ik élke keer weer verwonderd.

17 november verlaat ik mijn thuis in Haarlem, en draag ik de zorgen voor Peppie over aan Bianca. Zelf heb ik nog geen nieuwe plek. Ik ben benieuwd waar het pad mij gaat brengen.

Het afgelopen half jaar was dit pad niet gemakkelijk. Heel veel begon bij mij met vragen om hulp. Met alle pijn, lusteloosheid, woede, verdriet, angst, twijfel en schaamte die daarbij kwam kijken. Oh, wat deed het veel pijn. En wat huilde ik veel. En toch. Elke keer voelde mijn hart zich een beetje vrijer. Om vervolgens in een nieuwe beerput te duiken. Als ik dan besef waar ik nu sta kan ik alleen maar dankbaar zijn. Voor de weg en vooral voor mezelf, voor wie ik ben. En voor wat is. En dat ben ik.

Ik ben hier in Haarlem op een nieuwe manier thuisgekomen. Dankzij magische reizen, boeken, verhalen, vrienden. Dankzij zoveel.

Mijn hart danst. En het ziet zoveel moois. Een avonturier die ervaringen verzamelt, begint aan zijn eerste pelgrimstocht. Een ander vliegt vrij door het leven, en deelt haar tocht. Engelengetallen zweven door het universum. Een vrolijke goedemorgen op straat. Een berichtje van een vriendin. Een man op de fiets die twee harde werkers smakelijk eten wenst. Ze genieten nu dat kleine beetje extra van hun lunch. Alles is er al.

En natuurlijk is er een duistere kant. Die komt nog vaak genoeg om de hoek kijken. Ik kijk steeds minder weg. Soms ontstaan er namelijk de mooiste dromen uit. En soms de twijfel, die zich altijd wel ergens roert. En dat is oké, ik heb de antwoorden niet. Zo is er genoeg ruimte om te wensen, verwonderen, vragen en beleven. Dan zingt een nieuwe held me toe: Ramses. Zing, speel, huil, dans, lach, maak, & verwonder. Ik laat me gaan in mijn eigen woorden. Vind je vast goed, al ken ik je niet. Je liedjes zwerven, Ramses. Meer dan dat, ze stormen. Ik zweef door de kamer van geluk. En liefde.

Deze ochtend. Ik pak mijn rugtas en ga. Nadat Haarlem uit het zicht is, gaat mijn navigatie uit. Het maakt niet uit, als ik maar een kant op ren. Ik vraag aan een voorbijganger: “Waar is het strand?”, nadruk op hét strand. “Alsmaar rechtdoor”, zegt ze verbaast. “Het is nog wel een eind!”. Met een blik op oneindig beland ik in de Kennemerduinen. Het strand was maar een richting. Ik speel vol hartenlust in het bos. En alles daaromheen.Ik wil blijven ontmoeten. En gesprekken voeren over het leven, wegdromen bij een film, duiken in de schoonheid van de muziek. Zoals mijn broer Paul zo mooi zingt: "be the dawn for the unexpected guest."Mijn thuis en hart wachten met open armen op je. Vanavond begin ik met Brel. Wees welkom in Haarlem.

https://www.2doc.nl/documentaires/series/uur-van-de-wolf/2018/Jacques-Brel-fou-de-vivre.html

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram