Reiziger op een eiland

5 januari 2025

Na een intense reis en wat stormachtige dagen in mijn hoofd, kom ik langzaam thuis op Tilos. Ik ben op een ongelooflijk mooi eiland beland!

Tweede kerstdag, begin avond. Het regent in Rhodos. Vermoeid arriveer ik in het Lydia Hotel. De nieuwsgierigheid naar de stad wacht maar even, nu wil ik vooral eten en slapen. Mike - de gastheer - raadt me een Grieks restaurant in de buurt aan. Een fijne, eenvoudige plek vol hartelijkheid, waarvan de naam me helaas is ontschoten. Na het afrekenen stuit ik op een bijzonder kunstwerk. Op het schilderij staat een oude man, uitgedost met stok, tulband en een lange baard, stammend uit een lang vervlogen tijdperk. Een woeste zeevaarder, een consciëntieuze Griekse wijsgeer? De man doet me denken aan Ron van Rees, de onvermoeibare en drijvende kracht achter het Utopodium in Lelystad. Misschien één van zijn voorouders, wie zal het zeggen?

De woeste zeevaarder

Op mijn hotelkamer wordt het onstuimiger, het begint te onweren. Ik haal mijn telefoon uit het stopcontact en ga slapen. Ik word wakker en wil kijken hoe laat het is. Mijn telefoon geeft geen krimp. Ik probeer het toestel op allerlei manieren aan de praat te krijgen, maar het scherm reageert niet meer. En het was volledig opgeladen! Ik ben flink uit het lood geslagen, want ik wil morgen zo graag Rhodos verkennen! Ik probeer nog wat te slapen.

Na het ontbijt en veel steun van het hotelpersoneel ga ik vol goede moed op onderzoek uit. Het is al een oud toestel - Samsung Galaxy S10, bouwjaar 2019 - maar ik wil toch kijken of de telefoon nog kan worden opgelapt. Ik doorkruis het halve centrum voor een reparatiewinkel. De ene winkel wil het naar Athene verschepen, de ander heeft minimaal een dag onderzoek nodig. Mijn boot naar Tilos vertrekt echter al om 18:15 vanavond. Dan stap ik binnen bij IRepair. Na gedegen onderzoek blijkt het scherm kapot te zijn. Het is goedkoper en slimmer om een nieuw toestel te nemen. Zij verkopen maar enkele telefoons, maar ze tippen een grote telefoonwinkel in de haven. Na heel veel vriendelijkheid en advies bieden ze aan om de data over te zetten. Eén van de medewerkers oppert dat er nog een oude Samsung Galaxy S10 in de winkel ligt. "Dat maakt het overzetten van de data gemakkelijker", zegt hij. Ik ben stomverbaasd. Prachtig hoe ze alles in het werk stellen om me te helpen.

Door al het zoeken loopt het al tegen half één. Ik moet haast maken. Maar hoe vind ik zonder telefoon of kaart de haven? Ik vraag het bij een reisbureau, waar ik meteen een kaartje koop voor de boot. "Ga links naar beneden en hou het water aan je linkerhand", zegt de medewerkster. Ik heb een richtpunt, maar ik zie zoveel boten dat het me onduidelijk is in welke haven die telefoonwinkel nu is. De toeristeninfo biedt redding: ze overhandigen me een kaart en vertellen dat het minimaal nog 25 minuten lopen is. Voor het eerst hoor ik over een grote telefoonwinkel in het centrum: Kotsovolos. Zo win ik zomaar 50 minuten aan kostbare tijd. Daar vind ik heel snel een nieuwe telefoon en snel ik met grote pas naar IRepair. Het is dan bijna twee uur. Nog iets meer dan 4 uur, de tijd begint te dringen. Weer snellen ze te hulp. Ze starten direct met het overzetten van de data, zodat ik de nieuwe telefoon mee kan nemen op de boot. En anders sturen ze het toestel gratis op naar Tilos. "Kijk rond half vijf nog even hoe het vordert", oppert de leider van het stel. Zo gaaf hoe dit toch lijkt te gaan lukken.

Ik wandel door de oude stad om even mijn gedachten te verzetten. Het is er onwaarschijnlijk mooi: smalle straatjes, kastelen, ruïnes, kerkjes, bruggetjes, tunnels, heel veel oude winkeltjes en cafeetjes. Ook is dit het toevluchtsoord van heel veel straatkatten: tientallen, zo niet honderden. Ik kijk mijn ogen uit en wandel nieuwsgierig verschillende straatjes in.

Tijd om terug te keren naar de nieuwe stad voor de telefoon. Als ik hopeloos lijk te verdwalen, stuurt een man me zomaar in het Duits de goede kant op: "Links bis zu einer Haubstrasse und dann immer geradeaus!"

Het lukt niet om de telefoon op tijd gereed te maken! Een flinke klap: ik wil heel mijn ouders en vrienden bellen! Ik wil verhalen schrijven en alle mooie momenten vastleggen als herinnering! Ik merk ook dat ik meer gehecht ben aan een telefoon dan ik dacht. Er zit niets anders op: ze sturen de telefoon op naar Tilos. Ik neem afscheid van Rhodos en stap op de boot, helemaal gesloopt.

Op Tilos haalt Jennifer Barclay me op. Ze oogt nieuwsgierig en enthousiast. Het geeft me nieuwe energie. We stappen haar auto in en raken direct in gesprek. Ze stelt zich voor als schrijfster en redacteur. Ze houdt van de kunst van het schrijven, de rust van de natuur. Daar wandelt ze graag met haar hond Lisa, die trouw op de achterbank zit. Ze woont op het eiland, in een klein gehucht naast de zee.

Het is laat in de avond. We zetten voet in Megalo Chorio - gekscherend groot dorp in het Grieks, met misschien 500 inwoners - en arriveren bij het huis van Nanda en Rob! Daar ga ik meer dan een maand voor Zorro en het huis zorgen. Jen leidt me rond. Ik ben moe maar door het dolle heen!

De eerste dagen verken ik het huis en het eiland. Ik ren naar Skafi Beach, een trail van zo'n 4 kilometer die heel veel op en neer gaat. Het pad ligt vol met stenen, kiezels en smalle kronkelpaadjes die steil naar beneden gaan. Tijdens het rennen kijk ik tussen twee heuvels uit over de zee. Hier kan ik vol hartenlust trainen om sterker te worden in het trail- en ultralopen, iets dat ik dit jaar heel graag wil doen!

Weg naar Skafi Beach

Ik voer de vijf straatkatten buiten - twee bruingrijze, één zwart-witte, één dikke bruine en één grijze. Het is altijd een verrassing; ze komen namelijk vaak niet tegelijkertijd. Eén bruingrijze kat laat het nooit afweten en stuift vaak als een bezetene op het eten af. Ik noem 'm Jacques, naar, je weet vast wel wie. De andere bruingrijze is ook vrijwel altijd van de partij en laat zich enkel door de rebelse Jacques soms verschalken. Ik noem 'm Cornelis, naar mijn beste vriend uit Amsterdam. De zwart-witte is er soms wel, soms niet. Je weet het nooit. Maar als ie er is, laat ie van zich horen. Ik noem 'm Glenn, naar Typhoon, muzikale held. De dikke bruine laat zich zelden zien, is erg schuw. Ik noem 'm Demis. De grijze kat verschijnt vaak zomaar uit het niets en kijkt dan eerst wat bedenkelijk de kat uit de boom. Hij is vaak net zo snel weer weg. De grijze noem ik Gandalf. Zo mooi om gedurende de dag vijf eigenzinnige tuinkatten te mogen begroeten!

Ik ontmoet Mike, de gastheer en eigenaar van de enige koffietent in het dorp. We raken in gesprek over de magie van de taal - ik leer vijf talen om Europa als reiziger goed uit de voeten te kunnen. Hij vertelt me ook wat er in het dorp te vinden is. In de twee mini markten - de één nog kleiner dan de ander - ondervind ik al snel dat nagenoeg iedereen in het dorp en op het eiland elkaar kent. Ik ervaar het als een hechte, behulpzame en liefdevolle verbinding, waar ieder elkaar zoveel mogelijk steunt. Zoiets heb ik nog niet eerder gezien en het raakt me. Ik probeer me er dan ook naar te voegen, wat steeds beter gaat!

Ik slaap veel en hik wat tegen een griepje aan rond oud en nieuw. Ook duurt het nog 7 dagen om de nieuwe telefoon naar Tilos te verschepen. Dat is te lang. Gelukkig regelt Jen dat ik mijn telefoon op 3 januari op Rhodos kan ophalen: IRepair is dan gesloten, maar ze laten telefoon achter bij de minimarkt tegenover. Intussen krijg ik bericht van Nanda dat ik de Spaanse gitaar van Filippos kan lenen. Ik kan 'm op 1 januari ophalen na de kerkdienst in de ochtend. Ook raak ik verzonken in één van de boeken van Jen: ze schrijft prachtig, kwetsbaar, beeldend. En ik knuffel heel veel met Zorro, we worden beste maatjes. Deze cadeautjes slepen me echt door de donkere dagen!

Zorro

1 januari, eind ochtend. Ik spreek met de priester over de Spaanse gitaar, ervan overtuigd dat hij Filippos is. Wat verbaast spreekt hij over zijn gitaarspel en dat hij vroeger wel speelde. Maar hij blijft beweren dat hij op dit moment geen gitaar heeft. Wat moe en verward keer ik terug naar het huis. Daar lees ik dat Lisa - de golden retriever van Jen - zoek is. Ik stuif naar buiten en roep haar: ze heeft zich buiten verstopt in een kast onder de trap. Jen springt in haar auto en vertelt het verhaal. Ze is zo opgelucht om Lisa weer te zien en daar word ik dan weer blij van!

Ik vertel haar over de gitaar en de priester. Ik heb 'm onverhoopt verwisseld met de voorzanger, die óók in de kerk was. Was. Jen stelt voor om naar Livadia te rijden, waar Filippos woont. Er volgt een korte ontmoeting, waar ik volgens Ann-Marie - zijn vrouw - ook zo zou kunnen worden verwisseld voor de priester. Zelfde baard, gelijkend gelaat. Maar de gitaar is niet hier; Filippos heeft 'm bij een vriend in een café in Megalo Chorio afgegeven.

Tijdens de autoritjes leer ik Jen wat beter kennen. Mooi mens! Zoveel mooie verhalen, zoveel vuur! We praten honderduit over reizen, schrijven, avonturen, ongeremd in dingen opgaan, de innerlijke rust van het zwemmen in de zee. Ze schreef en publiceerde al meerdere boeken en lijken te omarmen wat ze doet, hoe ze leeft!

Ik spreek over de magie van het theater en mijn intentie om meer te doen met mijn rol als reizende schrijver. Ik zou dolgraag columns en reisblogs schrijven, teksten redigeren en misschien later zelfs teksten vertalen. Maar waar begin ik? Ze vertelt me haar verhaal en geeft wat aanknopingspunten! Dat doet me goed!

Terug naar de gitaar. We halen 'm op en ik dank Jen voor haar hulp. Het is stralend weer en ik speel wat in de zon. Zo heerlijk om weer gitaar te kunnen spelen!

De verhalen van Jen over het zwemmen in de zee hebben me nieuwe inzichten gegeven. Mijn voeten, benen en onderrug voelen loodzwaar. Ik kieper mijn hardloopplannen overboord en richt me op zwemmen en rekken en strekken om mijn rug en benen soepeler en lichter te maken. De volgende vertrek ik met zwemkleding naar Eristos, een strandje 3 kilometer van het dorp. Ik doe wat inkopen bij de supermarkt en vraag Eleftheria - kortweg Terry voor onverhoopte tongbrekers - naar de weg. Ze vertelt dat ze er zelf ook graag zwemt. Ik ben blij dat ze me de route wijst, ik was al namelijk al bijna verkeerd gelopen. Het pad ernaartoe is groen en rustig. In de verte blaft een hond. Ze loopt los en lijkt wat op Lisa, maar haar uitdrukking is écht anders. En volgens mij is het ook een hij. Hoe dan ook, hij wil enkel spelen en volg me kwispelend. Mijn angst voor honden verdwijnt steeds meer, maar ik zoek nu voor nu liever de rust op.

Het uitzicht op het strand is waanzinnig. Voor me de zee, links en rechts heuvels. Nu weet ik dat ik op het Zuiderstrand in Den Haag in volle vaart de zee in kan rennen. Hier werkt het anders. Het strand ligt vol met stenen en kiezels en het is heuvelachtig. De zee is gelukkig kraakhelder, Tilos is een groen en schoon eiland. Het begint met gruis en kiezels, daarna worden het al snel stenen en rotsen, veelal plat en afgevlakt. Het loopt voorzichtig af. Rennen kan niet, rustig lopen wel. Als ik op het water drijf en naar de eerste golven toe zwem voel ik het: dit had ik nodig! Het ruisen van de golven, het zilte zeewater, de wind die zachtjes blaast, de blik op de eindeloze horizon: het werkt helend en verzachtend. Ik voel ineens de kracht en verbinding met het eiland en de natuur. Alsof ik het eiland omarm!

Na het zwemmen stromen zomaar ineens de eerste ideeën binnen voor "Rennen voor geluk". Woorden, zinnen om het mooier te maken. Want ik wil de theatervoorstelling graag herschrijven, het rondreizen van nu laten versmelten met de hardlooptocht van toen. Ik voel dat het kan, hier op dit eiland!

3 januari. Het is vroeg, héél vroeg. Om 5:55 vertrek ik met de boot naar Rhodos. Daar haal ik mijn telefoon op. Jen is zo lief om me om 5 uur met de auto naar de boot te brengen! Het schip vertrekt vanuit Livadia, zo'n 7 kilometer van het dorp. In de avond neem ik de boot om 18:15 weer terug.

Het begint als een prachtige, zonnige dag. Ik haal mijn telefoon op bij de minimarkt en speur naar een koffietentje. Daar bel ik met pap en mam. Mam was 1 januari jarig en het voelt goed om ze te spreken! Ook kan ik eindelijk contact zoeken met vrienden. Het voelt als een opluchting!

Ik neem de tijd om m'n telefoon in te stellen. Zo min mogelijk apps, zoveel mogelijk meldingen uit. Het vergt aardig wat tijd om door al die instellingen te neuzen, maar het ruimt voor mij zó op als ik niet om de haverklap bliepjes hoor en knipperende lampjes zie verschijnen. Ik gebruik de telefoon, niet andersom. Nu ja, dat probeer ik zo te beteugelen. Het lukt geregeld niet, want het is zó verleidelijk om te scrollen, chatten, liken, reageren, appen en weet ik wat meer. Maar écht persoonlijk contact, dat is waar het om gaat.

De rest van de dag ben ik vooral in de oude stad te vinden. Deze is omringd door muren en poorten. Zodra ik de oude stad binnenloop, is het net alsof de energie verandert. Er hangt een soort serene kracht, ik voel dat mijn lichaam steeds verder ontspant. Nu kan ik de schoonheid van dit prachtige stukje Rhodos ook vastleggen! Ik wandel heel veel rond. Op een pleintje houdt een groep katten vergadering. Een man op een aftands scootertje stopt en pakt kattenvoer uit zijn tas. De katten weten dit; als hongerige wolven stuiven ze op het eten af. De man jakkert weer verder door de oude stad. Zo mooi dat hij dit doet!

Rhodos, oude stad

Als het even kan, kom ik hier graag terug. Via de Kolossos van Rhodos wandel ik kalm naar de haven. Het wordt langzaam donker in Rhodos, de boot naar Tilos ligt al in de haven. Ik zoek een rustig plekje op om vooral heel veel niets te doen. Het was een lange, prachtige dag!

Haven van Rhodos

Op Tilos ben ik even in paniek. Er zou een bus rijden naar Megalo Chorio, maar na navraag is de kans groot dat ie vandaag niet rijdt. Eén van de bestuurders is namelijk juist met de boot naar Rhodos vertrokken. Geen bus. Het plan is eerst om te gaan lopen, het is maar 7 kilometer. Dan zie ik twee mannen praten achter een grote truck. Ze maken aanstalten om te vertrekken, dus ik schiet ze snel aan. Ik vertel dat er onverwacht geen bus is en waar zij naartoe gaan. "Wait, I'll arrange something", zegt de één. In een 45 kilometer wagentje crossen ze naar een huis zo'n 100 meter verderop. Ze komen terug met een gewone auto. "We will bring you to Megalo Chorio!", zegt dezelfde man. "I'm Jorgos, this is Nikos!", roept Jorgos vrolijk. Ze wonen zelf in Livadia, maar helpen graag. Dankbaar en stomverbaasd stap ik in. Wat een cadeau!

Vandaag zocht ik de zee weer op. De zee is wilder dan de eerste keer. De wind klappert langs mijn lijf. Ik neem een duik. Zo'n heerlijk gevoel, meebewegen met de golven of juist flink tegen de stroom in zwemmen. De zee slingert me terug naar het strand. Ik blijf éven liggen in het zand en laat de golven over me heen spoelen. Ik neem wat zand en kiezels in m'n handen, zwier mijn benen de lucht in en voel me koning!

Tilos, wat ben je prachtig. Zoveel mooie mensen. Zoveel prachtige natuur, óók om nog te ontdekken. Zorro en de vier straatkatten. En de onbeschrijflijke kracht van dit kleine eiland, waar ik nog een maand mag verblijven. Ik ben zó enorm dankbaar én nieuwsgierig wat de maand me nog gaat brengen! Heerlijk ook om weer te kunnen schrijven!

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram